Autisme, of Autismespectrumstoornis (ASS) is een levenslange ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op alle levensgebieden. Bij iemand met autisme is de prikkel- en informatieverwerking in de hersenen verstoord. De informatie die via de zintuigen binnenkomt wordt op een andere manier verwerkt. Mensen met autisme hebben vooral moeite de losse details die ze waarnemen tot een samenhangend geheel te maken. Zie het als een puzzel waar alle stukjes van aanwezig zijn, maar waarvan het voorbeeld ontbreekt. Door het gebrek aan samenhang heeft zo iemand moeite om de wereld om zich heen te begrijpen.
Klachten
Kinderen en jongeren (en volwassenen) met ASS hebben problemen in de sociale omgang, de communicatie en het inlevingsvermogen. Daarnaast hebben ze beperkte interesses en gedrag. Ook is er vaak sprake van over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels.
Vormen
In het oude handboek van psychische stoornissen (DSM-IV-TR) werd onderscheid gemaakt tussen onderstaande vijf vormen van autisme:
- de Autistische stoornis
- de stoornis van Asperger
- het syndroom van Rett
- de desintegratieve stoornis
- PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder, Not Otherwise Specified)
In het huidige handboek (DSM-5), dat in mei 2013 is verschenen, wordt dit onderscheid niet meer gemaakt en is er één diagnose: autismespectrumstoornis (ASS in het Nederlands, ASD in het Engels). Hierbij wordt de ernst van de symptomen aangegeven en op basis van deze ernst wordt de ondersteuningsbehoefte van het kind bepaald.
Prevalentie
Oorzaken
Voor de verklaring van de problemen van mensen met ASS zijn er verschillende verklaringsmodellen:
- Theory of Mind: mensen met ASS hebben problemen met het toeschrijven van gedachten, geloof en intenties aan zichzelf en anderen.
- Executieve Functies: mensen met ASS hebben problemen met de regelfuncties van de hersenen, die de opname en verwerking van nieuwe en complexe informatie coördineren en organiseren. Deze functies zijn essentieel voor doelgericht en aangepast gedrag. Mensen met ASS kunnen hun gedrag hierdoor moeilijk plannen, organiseren en controleren. Ze hebben moeite met schakelen (cognitieve flexibiliteit); het kunnen verleggen van de aandacht van de ene naar de andere activiteit of situatie.
- Centrale Coherentie: mensen met ASS hebben een zwakke drang tot het zien van samenhang (centrale coherentie) en daarom een gefragmenteerde waarneming. Ze zijn vooral op details gericht en minder op de context, waardoor een verstoorde betekenisverlening ontstaat.
Diagnostiek
Behandeling
- Psycho-educatie voor de cliënt en/of ouders/systeem: onder andere kennis en inzicht in ASS, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt, acceptatie.
- Aanleren van vaardigheden via cognitieve gedragstherapie (inclusief generalisatie naar de alledaagse situatie) zoals sociale vaardigheden, plannen en organiseren en het vergroten van het probleemoplossend vermogen.
- Ouder- of systeembegeleiding: structuur en overzicht bieden, passende benaderingswijze, gedragsanalyse, stimuleren van gewenst gedrag en verminderen van probleemgedrag, stimuleren van de normale ontwikkeling en vergroten van de draagkracht.
Prognose
ASS is niet te genezen. Mensen met ASS zullen sociale problemen houden. De mate waarin iemand hier last van heeft, kan echter per persoon verschillen. Vroegtijdige onderkenning en behandeling, een sturende benadering en een gestructureerde omgeving kunnen negatieve gedragspatronen en emotionele problemen voorkomen of verminderen. De mate waarin zelfstandigheid bereikt wordt, hangt af van de ernst van de problematiek en de eisen die de omgeving stelt wat betreft flexibiliteit en relationele vaardigheden. In het algemeen geldt dat hoe hoger het IQ is en hoe beter de spraak- en taalontwikkeling is, des te beter het vooruitzicht is.